Parochiekerk Sint-Hermes, voorheen collegiaal Sint-Pieters-en-Hermes
Historische bronnen getuigen van de schenking van Ronse en een aantal dorpen er rond, mogelijk het oorspronkelijke bezit van het Merovingische monasterium, door Lodewijk de Vrome aan de door hem gestichte Benedictijnerabdij van Inde (thans Kornelimünster) bij Aken tussen 831 en 834. Het zogenaamde "Tenement van Inde" onder politiek, juridisch en financieel gezag van de Duitse abdij kwam vanaf eind 10de eeuw onder voogdij van de heren van Oudenaarde en Wattripont. De overbrenging vanuit de abdij van Inde van de relieken van de Romeinse martelaar Sint-Hermes op 6 juli 860 was de aanzet tot de ontwikkeling tot belangrijk bedevaartsoord. Ook van Sint-Cornelius, Cyprianus en Celestinus werden relieken verworven. Vlucht van de monniken met de relieken naar Duitsland bij de invallen van de Noormannen en verwoesting van het monasterium in 880-81. Vermoedelijk midden 10de eeuw, vestiging op dezelfde plaats "Rothnacum" van een klooster, gewijd aan Sint-Pieters-en-Hermes, door een groep priesters verenigd tot een kapittel van kanunniken die zich lieten doorgaan als opvolgers van de monniken met recuperatie van een deel van hun bezittingen (onder meer de Vrijheid rond de kapittelkerk) en relieken van Sint-Hermes circa 940. Bij opgravingen onder de vloer van de crypte werden funderingen in visgraatverband teruggevonden van een voor-Romaans kerkje te dateren circa 940-45. De opgravingen ten Noorden van de kerk in 1948 legden een aantal paalgaten bloot die als een houten constructie van een voor-Romaans kloosterpand geïnterpreteerd werden. Bron