Steengoed.
Steengoed heeft een harde, niet poreuze scherf en een baktemperatuur van 1150-1300 ËšC. Het werd vroeger vooral gebruikt als drinkgerei en voor het bewaren van voedsel. Hoewel een glazuurlaag niet nodig is, wordt vaak zoutglazuur toegepast. Tijdens het bakproces wordt natriumchloride in het vuur gegooid. Dit keukenzout verdampt en verbindt zich met de kleimassa. Het ijzergehalte in de steengoedklei bepaalt de kleur van het gebakken product. Bij een hoog gehalte kleurt de scherf bruin, bij een laag gehalte wit tot grijs. Steengoed ontwikkelde zich in Europa vanaf de dertiende eeuw. In het Duitse Rijngebied bevonden zich talloze productiecentra binnen de driehoek Keulen-Koblenz-Aken. Kenmerkende decoraties van dit steengoed zijn wapen- en portret medaillons en verticale banden met Bijbelse of historische taferelen, die met behulp van stempels of matrijzen werden opgelegd. Siegburg is het oudste en meest productieve centrum. Karakteristiek zijn de eenvoudige Jakobakannen en de rijkversierde Schnellen van grijs-wit-bakkende klei. |
Uit Keulen en Frechen komen de bruine baardmankruiken met een mannengezicht op de hals (rechts) en een slingerend (eiken) bladdecor op de buik. Raeren staat bekend om kannen met een gevlekt bruin zoutglazuur. Vanaf de zeventiende eeuw beheerste Westerwald de steengoed markt. De producten uit dit gebied hebben een grijze scherf en tonen reliëfornamenten gecombineerd met een blauwe of paarse beschildering (midden). De Duitse benaming voor steengoedis Steinzeug, de Franse grès. bron
Gezichtskruiken
Gezichtskruiken kunnen beschouwd worden als de voorlopers van de baardmankruiken die vanaf de 16e eeuw voorkomen
De oorsprong van de puntneuskruik ligt waarschijnlijk in omgeving van Siegburg, Speicher, waar men al in de 13e eeuw en het begin 14e eeuw ruwwandig proto-steengoed bakte. Pas in de 15de eeuw en het begin van de 16e eeuw zijn de meeste kruiken met gezichten terug te vinden in Keulen, Aken en ten zuidwesten ervan in het tegenwoordige België, Raeren.
De oorsprong van de puntneuskruik ligt waarschijnlijk in omgeving van Siegburg, Speicher, waar men al in de 13e eeuw en het begin 14e eeuw ruwwandig proto-steengoed bakte. Pas in de 15de eeuw en het begin van de 16e eeuw zijn de meeste kruiken met gezichten terug te vinden in Keulen, Aken en ten zuidwesten ervan in het tegenwoordige België, Raeren.
Steengoed allerlei